Op een school voor voortgezet onderwijs – ook bekend als een middelbare school – zitten leerlingen van 12 t/m 16, 17 of 18 jaar. De leeftijdsopbouw is afhankelijk van de schoolsoort. In het voortgezet onderwijs zijn er verschillende schoolsoorten: praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo. Op brede scholengemeenschappen worden 2 of meer soorten onderwijs gegeven, bijvoorbeeld vmbo/havo/vwo.
Op de middelbare school krijgen leerlingen verschillende vakken die we ook wel ‘algemeen vormend’ noemen, bijvoorbeeld Nederlands of economie. Je kunt er later dus nog alle kanten mee op. Op sommige schoolsoorten krijgen de leerlingen daarnaast beroepsgerichte vakken, zoals metaaltechniek of uiterlijke verzorging. Denk aan de beroepsgerichte leerwegen op het vmbo. Alle schoolsoorten kennen een onderbouw en een bovenbouw. In de bovenbouw kiezen leerlingen een profiel.